De stageperiode

De stageperiode begint op het moment van jouw beëdiging en duurt (in beginsel) drie jaar. Als je aan alle vereisten van artikel 3.2 van de Verordening op de advocatuur (Voda) hebt voldaan, dan ontvang je na drie jaar jouw stageverklaring.

De vereisten voor het verkrijgen van een stageverklaring zijn als volgt.

  1. Certificaat van de beroepsopleiding. Voor meer informatie over de beroepsopleiding verwijs ik je naar de informatie op onze site over de beroepsopleiding;
  2. Voldoende praktijkervaring opgedaan. Uit artikel 3.9 Voda volgt dat je aan het eind van je stage in staat moet zijn om zelfstandig en naar behoren een praktijk uit te oefenen en tijdens de stage ten minste de volgende praktijkervaring hebt opgedaan;
    a. vijf keer in rechte optreden in procedures op tegenspraak en de patroon zal ten minste één mondelinge behandeling moeten bijwonen;
    b. tien stukken, waaronder ten minste zeven processtukken, vervaardigen;
    c. op twee van de drie rechtsgebieden burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht, bestuursrecht en bestuursprocesrecht of strafrecht en strafprocesrecht ervaring opdoen of, indien dat niet mogelijk is, op meerdere sub-rechtsgebieden binnen een van deze rechtsgebieden;
  3. Voldoen aan de lokale opleidingsverplichtingen. Voor meer informatie over de lokale opleidingsverplichtingen verwijs ik naar de informatie op onze site